Er is een fout opgetreden, probeer het later opnieuw.

Op de hoogte blijven via onze nieuwsbrief?

Hoe realistisch is de kernuitstap tegen 2025?

Als het huidige wettelijke kader wordt gerespecteerd, sluit in 2025 de laatste Belgische kerncentrale. Daarmee verliest zijn België zijn belangrijkste elektriciteitsproductiebron, goed voor 50 tot 65 procent van alle Belgische elektriciteit. Geen enkel ander geïndustrialiseerd land stond al voor een gelijkaardige uitdaging. Zal de kernuitstap kunnen doorgaan zoals gepland, zonder de bevoorradingszekerheid in het gedrang te brengen, de prijs van elektriciteit omhoog te stuwen en de CO2-teller in het rood te doen gaan? Verschillende experts waarschuwden al voor de negatieve gevolgen van de kernuitstap. Een overzicht.

De Belgische elektriciteitsmix

De Belgische elektriciteitsmix anno 2019

Op dit moment staan de 7 reactoren (4 in Doel en 3 in Tihange) in voor méér dan de helft van de Belgische elektriciteit. Bovendien is deze elektriciteitsproductie koolstofarm. Daarmee zijn de kerncentrales ook de belangrijkste koolstofarme elektriciteitsbron in ons land. Deze grafiek toont de elektriciteitsmix van 2019, en de CO2-uitstoot die ermee gelink is. Kernenergie is onze belangrijkste elektriciteitsbron én onze belangrijkste koolstofarme elektriciteitsbron.

De Belgische elektriciteitsmix 2019

De wet op de kernuitstap

Het wetgevend kader is zeer duidelijk. In 2003 werd de wet op de kernuitstap gestemd onder de paars-groene regering van Verhofstadt I. De wet uit 2003 bepaalde dat de 7 nucleaire reactoren in ons land zouden dichtgaan na 40 jaar operaties. Concreet zouden de reactoren Tihange 1 en Doel 1 en 2 (de oudste reactoren van het land) worden stopgezet in 2015, de vier andere rectoren (Tihange 2 en 3, Doel 3 en 4) ten laatste in 2025.

Deze wetgeving werd ondertussen herzien, met de verlenging van de operationele levensduur (of LTO, long term operations) van Tihange 1 en Doel 1 & 2 met tien jaar, dus tot 2025. De verlenging van Tihange 1 werd gestemd onder Di Rupo I, de velenging van Doel 1 en 2 onder Michel I. In beide gevallen was de reden voor de LTO het veiligstellen van de bevoorradingszekerheid.

Door het onduidelijke en onzekere investeringsklimaat (lage elektriciteitsprijzen op de groothandelsmarkt, onzekere investeringsklimaat) hadden tussen 2003 en 2015 zich geen privé-investeerders geïnteresseerd gevonden om vervangcapaciteit te bouwen in België voor de nakende sluiting van de kerncentrales en noodzakelijke vervanging.

Een belangrijke uitdaging

Nu de datum van 2025 dichterbij komt, stelt zich nog steeds hetzelfde probleem: enerzijds is er het wettelijke kader (met de sluiting van alle kernreactoren tegen 2025), en anderzijds de afwezigheid van een investeringsklimaat dat privé-kapitaal aantrekt (voor de bouw van vervangcapaciteit). Nu alle Belgische reactoren zullen sluiten tussen 2022 en 2025, is het bevooradingsprobleem van België nog op scherper gezet: hoe kunnen we de helft van onze elektriciteitsproductie vervangen in zo'n korte tijd, rekening houdend met alle uitdagingen:

  • de vervangcapaciteit is nog niet aanwezig
  • de goedkeuring en bouw ervan zal tijd kosten
  • de hoeveelheid elektriciteit die uit andere landen kan geïmporteerd worden kan niet eindeloos opgevoerd worden
  • er is geen interesse van privé-kapitaal om de vervangcapaciteit te bouwen, dus de financiële middelen hiervoor zullen van elders moeten komen
  • de vervangcapaciteit zal fossiel zijn, met een hogere CO2-uitstoot. Dit is nefast voor het klimaat en de CO2-uitstoot in ons land

De vervangcapaciteit is nog niet aanwezig

Wanneer België zijn zeven kernreactoren sluit in 2025, verdwijnt zo'n 6GW capaciteit, met een hoge load factor. Ongeacht wat de vervangcapaciteit zal worden, ze is er nog niet en dit vormt een bedreiging voor de bevoorradingszekerheid. Geen enkel ander geïndustrialiseerd land heeft in de recente geschiedenis voor een gelijkaardige belangrijke uitdaging gestaan voor wat betreft z'n stroombevoorrading. Ongeacht waar deze vervangcapaciteit vandaan komt, ze is er nog niet en zal tussen 2022 en 2025 volledig operationeel moeten worden. Dit is een bijzonder grote uitdaging, en tal van experts waarschuwen al enkele jaren hiervoor. Onder hen ook, ELIA, de beheerder van het hoogspanningsnet in ons land.

De goedkeuring en bouw van de vervangcapaciteit zal tijd en geld kosten

De sluiting en vervanging van een bestaande performante infrastructuur (kerncentrales) door een nieuwe infrastructuur (die in wezen net hetzelfde zal doen, namelijk grote hoeveelheden betrouwbare elektriciteit produceren) zal nog moeten worden goedgekeurd. Volgens alle scenario's zal de vervangcapaciteit bestaan uit gascentrales. Vooraleer deze nieuwe capaciteit kan worden gebouwd, zal de bouw ervan moeten worden goedgekeurd. De sites waar deze centrrales zullen komen, moeten ook worden goedgekeurd. Optioneel moeten ook nieuwe aanlsuitingen worden gebouwd op het hoogspanningsnet. De bouw van deze centrales zal na goedkeuring ook moeten worden goedgekeurd. En last but not least moeten de energiebedrijven worden gevonden die bereid zijn deze centrales in ons land te bouwen en uit te baten voor de volgende 40 jaar.

De importcapaciteit is beperkt

Omwille van deze scherpe timing voor de bouw van vervangcapaciteit in België, pleiten sommigen ervoor om de volgende jaren méér elektriciteit te importeren, ter compensatie van de elektriciteitsproductie die we zullen verliezen na het sluiten van de kerncentrales. Dat is zeker een optie, op twee voorwaarden:

  • deze extra capaciteit aan elektriciteit moet beschikbaar zijn in andere landen
  • deze capaciteit moet naar België kunnen worden gebracht

Om extra elektriciteit uit andere landen te kunnen importeren naar België, is het noodzakelijk dat er overschotten beschikbaar zijn in andere landen om ze te exporteren naar België. En indien deze capaciteit beschikbaar is, is het interessant om op te merken dat import uit Frankrijk voornamelijk afkomstig zal zijn van kerncentrales (die vlak over de grens met België staan), import uit Nederland is gas en import uit Duitsland is bruinkool en steenkool. De kans dat we hernieuwbare energie zullen importeren, is klein. Als er in onze buurlanden een stroomoverschot is (dat naar België kan worden geëxporteerd) door een overproductie van wind of zon, is de kans zeer groot dat België dezelfde weersomstandigheden kent en bijgevolg, dat er in België ook een overschot aan wind- en zonne-energie is. En omgekeerd: op een moment dat België stroom zal moeten importeren omdat de productie aan zon en wind te laag is, zal er ook in onze buurlanden niet voldoende wind en zon worden geproduceerd.

Er is geen privé-kapitaal voor deze vervangcapaciteit

De voorbije jaren hebben zich geen bedrijven aangemeld als kandidaat om de nieuwe gascentrales te bouwen zonder subsidies. De redenen zijn divers: er was de voorbije jaren onduidelijkheid over de kernuitstap, de elektriciteitsprijzen op de groothandelsmarkt zijn bijzonder laag, en de nieuwe gascapaciteit zal enkel worden aageschakeld als er niet voldoende wind of zon is (met andere woorden, doordat ze niet op volle capaciteit kunne draaien zal de stroomproducent niet op elk moment inkomsten genereren en is het onduidelijk of ze rendabel zullen zijn). Daar komt nog bovenop dat de uitstoot van CO2 de volgende jaren harder zal belast worden. Onder andere via het ETS-systeem, dat de uitstoot van emissies regelt en ervoor zorgt dat ze elk jaar duurder worden, en anderzijds omdat VO2 de volgende jaren mogelijk nog meer zal belast worden.

Om al die bovenstaande redenen besliste de Belgische regering (Michel I) in 2019 tot een CRM-mechanisme (CRM staat voor CapaciteitsRenumeratieMechanisme). Daardoor zullen investeerders in nieuwe gascentrales gedeeltelijk vergoed worden (met belastingsgeld) voor de bouw van de nieuwe fossiele capaciteit. Het CRM-mechanisme in gecontesteerd, omdat deze staatssteun voor fossiele capaciteit komt op een moment waarom jongeren spijbelen voor het klimaat, en tal van klimaatexperts aan landen overal ter wereld vragen om geen investeringen te doen in fossiele capaciteit.

De CO2-uitstoot zal stijgen

Bij een kernuitstap in 2025 zal de CO2-uitstoot in ons land mogelijk verdubbelen, zo berekende Johan Albrecht (Itinera Institute, Universiteit Gent). Een logisch gevolg als je de belangrijkste koolstofarme elektriciteitsbron (kernenergie) vervangt door een alternatief dat 30 à 40 keer méér CO2 uitstoot. Op Europees niveau zou dit geen verschil maken zeggen tegenstanders van kernenergie, omdat de CO2-uitstoot van de industrie- en energiesector (inclusief de elektriciteitsmarkt en -producenten) gecontroleerd wordt door het ETS-systeem (Emission Trading System). Het idee achter die logica? Door nieuwe gascentrales te openen in België, zal ergens anders in de EU een meer vervuilende productie-eenheid de deuren moeten sluiten, waardoor het netto-resultaat nul is.

Echter, dit argument is een vals argument. Ondermeer omdat ETS niet perfect werkt, waardoor sommige bedrijven een krediet hebben opgespaard (door een overaanbod aan ETS-certificaten) waardoor de uitstoot van CO2 in veel gevallen niet is gedaald. Ten tweede omdat tal van bedrijven en bedreigde sectoren die veel CO2 uitstoten een bescherming genieten, waardoor ze buiten het ETS-systeem vallen en toch mogen blijven vervuilen, of waarbij hun uitstoot niet wordt belast volgens het ETS-systeem. En bovenal: bovenstaande ETS-redenering (dat de CO2-uitstoot toch zou dalen in België bij de sluiting van kerncentrales) komt tot een veel lagere en suboptimale CO2-verlaging dan mogelijk. In plaats van CO2-arme kerncentrales te sluiten en te vervangen door fossiele éénheden (die dan op hun beurt onder ETS nog méér vervuilende eenheden uit de markt zouden duwen), zou men deze nieuwe gascentrales beter gewoon extra bouwen (waardoor ze de meer vervuilende eenheden nog altijd uit de markt gooien), maar zonder de belangrijke CO2-arme troef (kernenergie) te liquideren en te vervangen door een minder gunstig alternatief.

Wat zeggen de politieke partijen?

Het standpunt van de politieke partijen in België in de aanloop naar de federale verkiezingen van mei 2019 liet zich makkelijk samenvatten. Op N-VA (de Vlaams-Nationalisten na), zijn alle andere partijen vóór de kernuitstap. N-VA wil de wet op de kernuitstap herzien, en wil in plaats van de bouw van nieuwe gascentrales een trage en geleidelijke kernuitstap, waarbij eerst wordt geïnvesteerd in nieuwe hernieuwbare capaciteit en pas later werk wordt gemaakt van een kernuitstap. Het Federaal Planbureau, dat de verschillende partijprogramma's doorrekende, komt tot een gelijkaardig resultaat: geen enkele andere partij kan een beter klimaat en CO2-rapport voorleggen dan de N-VA.

Uit verschillende politieke barometers die verschenen in aanloop nar de federale verkiezingen, blijkt dat het standpunt van de partijen die in 2025 met kernenergie willen stoppen, niet gereflecteerd wordt door hun achterban. De peiling van TNS (december 2018, in opdracht van VRT, De Standaard, RTBF en Le Soir) toont aan dat er in Vlaanderen méér voorstanders zijn van kernenergie dan tegenstanders (de vraag werd niet gesteld aan Franstaligen). Ook als men het resultaat bekijkt per partij is er een opvallende vaststelling: bij alle politieke partijen behalve Groen (N-VA, CD&V, Open VLD, sp.a, ...) zijn er méér voorstanders dan tegenstanders van kernenergie. Enekl bij Groen is er een ruime meerderheid van tegenstanders. Maar ook daar zijn 1 op 4 kiezers van Groen voorstander van kernenergie.

Wat zeggen de experts?

De voorbije jaren verschenen in België tal van studies (Itinera Institute, EnergyVille, ELIA, Federaal Planbureau, ...) met analyses over de toekomst van het Belgische elektriciteitssysteem en de mogelijke gevolgen van een kernuitstap.

Los van elkaar komen de verschillende studies tot gelijkaardige analyses. Bij een cijfermatige analyse van de mogelijke negatieve gevolgen van een kernuitstap, komen al deze studies tot een zorgwekkend resultaat. Of het nu gaat over de impact van een kernuitstap op de bevoorradingszekerheid, de prijs van elektriciteit of de gevolgen voor het klimaat, de vooruitzichten van een kernuitstap en de mogelijke negatieve impact ervan ziet er enigszins zorgwekkend uit.

De samenvatting van deze analyses en studies vind je hier.

Next steps: het monitoringcomité

Hoe zal België nu de situatie in de volgende maanden en jaren opvolgen? En hoe zullen we weten of de kernuitstap kan plaatsvinden zoals gepland of niet? Bij het sluiten van een Energiepact in 2018 besliste de Belgische regering dat een monitoringcomité zou worden opgericht om de situatie op de voet te volgen. Bedoeling is dat het monitoringcomité ten minste 1 keer per jaar samenkomt en de situatie op de Belgische elektriciteitsmarkt analyseert. Heel concreet zou het monitoringcomité moeten nagaan of de geplande kernuitstap in 2025 kan doorgaan, dan wel of er een probleem dreigt te ontstaan voor de stroombevoorrading (niemand wil dat het land in het donker komt te zitten), de elektriciteitsprijs (is er een kans op sterke prijsstigingen na een kernuitstap) of wat met de CO2-uitstoot. Indien het monitoringcomité oordeelt dat de kernuitstap een bedreiding zou vormen voor 1 of meerdere van deze parameters, kan ze een advies aan de Ministers van Energie overmaken.



Het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) liet eerder al verstaan dat de beslissing tot het langer openhouden of niet van de nucleaire eenheden vroeg in de volgende legislatuur zou moeten gebeuren (2020 of 2021). Daarna is het immers te laat om de nodige vergunningen of noodzakelijke investeringen in veiligheid door te voeren om een veilige LTO mogelijk te maken.

Zijn veilige verlengingen mogelijk?

Uiteraard is dit mogelijk. Er is geen technische sluitingsdatum voor een nucleaire installatie. Het langer openhouden van een kerncentrale is in de eerste plaats een politieke beslissing, geen technische. Alle onderdelen van een kerncentrale kunnen worden vervangen en alle onderdelen worden ook vervangen (met uitzondering van het reactorvat, omdat de operatie technisch té complex zou zijn).

Tal van landen in Europa en erbuiten beslisten eerder al om hun kerncentrales langer open te houden, en langer dan 40 jaar. Opmerkelijk is dat ons land het enige is waar een verlenging slechts voor 10 jaar werd toegekend, en geen 20. Alle andere landen (Nederland, Zwitserland, Verenigde Staten) gaven meteen groen licht voor een LTO van 20 jaar.

Een LTO van 20 of 40 jaar?

Een operationele levensduur van 60 jaar is dus de internationale referentie, maar 80 jaar wordt steeds meer de trend. in de Verenigde Staten is het debat volop aan de gang over het openhouden van kerncentrales tot 80 jaar. Benieuwd of Europa (en België) volgt.

Dat laatste is uiteraard toekomstmuziek. Op dit moment is het voornamelijk de vraag of er [uberhaupt nog sprake zal zijn van kernenergie in België na 2025. Bovenstaande analyse maakt hoperlijk duidelijk dat een kernuitstap misschien technisch en theoretisch nog mogelijk is, maar met de dag moeilijker wordt, en ons bovendien voor grote uitdagingen stelt, aldus de experts.

Dit kan u ook interesseren…

Nucleair Forum: wie zijn wij?

Het Nucleair Forum verenigt het merendeel van de ondernemingen en instellingen die actief zijn in de toepassingen van kerntechnologie. Het Nucleair Forum wil de referentie bij uitstek zijn over kerntechnologie, zowel voor de pers, voor de beleidsverantwoordelijken als voor het grote publiek. Ontdek meer